Leiderschap is “weten wat je wilt en dat kunnen transformeren in het voordeel naar anderen”, zo definieerde Remco Claassen dit. Mooi, want daarin zit visie, overdracht en vooral de ander (naar anderen) centraal zetten. De laatste gaat over gedrag. Veelal krijgen leiders een profiel met gedragsvoorkeuren. Sterk is het om dan te zien wat jouw gedrag doet met de ander. Waar liggen je sterktes en hoe komen je ontwikkelpunten nog beter uit?

• Daarom drie reflectievragen om eens over na te denken vanuit je eigen gedrag:
  Welk gedrag zet je als leider neer en merk je dat erg gewaardeerd wordt?
• Welk gedrag zet je als leider neer en zou je wensen te ontwikkelen, omdat je merkt dat het beperkt werkt?
• Hoe kun je gedrag goed afstemmen op de ontvanger? Daarbij een aantal zichtvelden: bekijk jouw gedrag eens vanuit een tegenovergesteld type. Vraag jezelf eens af wat een tegenovergesteld type nodig heeft in de aansturing en hoe jij dat vanuit jouw voorkeursgedrag doet.

Met andere woorden, wanneer komt het “hoe” op tafel? Juist de leider van nu besteed daar aandacht aan. We noemen dat ook wel de gewoontes, de gedragingen die we gewoon vinden. Op welke wijze wordt er binnen jouw organisatie tijd gemaakt voor deze zaken? Wie is daar mee bezig?

Interessant om over door te praten? Onze gedragstrainers weten raad. Zij benoemen op een spectaculaire, informele en vooral veilig, edoch kritische manier de “do’s and dont’s” van gedrag. Zij geven de olifant de ruimte.